Ontstaan
Het hindoeïsme is niet ontstaan door een profeet of stichter. Meer dan
4000 jaar geleden hadden de mensen in Noord-India (nu Pakistan), in de enorme
vallei waar de rivier de Indus stroomt, verschillende gebruiken, verhalen, oude
boeken, en ze geloofden in verschillende goden. Omdat het een bijzonder
vruchtbaar gebied was trokken er soms ook andere volken naar toe. De mengelmoes
van verhalen, gebruiken en rituelen zijn we later hindoeïsme gaan noemen. Deze
oude godsdienst is genoemd naar de
rivier de Indus.
Hindoes
vind je vooral in India. Verder leven er hindoes in onder andere Zuidoost Azië,
Zuid-Afrika, Noord Amerika en Engeland. Aan
het einde van de 19e eeuw vertrokken hele groepen mensen uit India
naar Suriname om daar te werken als arbeiders. Er ontstonden hindoe
gemeenschappen en er werden tempels gebouwd. Vanuit Suriname zijn er veel
hindoes naar Nederland gegaan, met name na de onafhankelijkheid van Suriname in
1975. Er leven nu in Nederland zo’n 200.000 hindoes. Men
schat dat er bijna 1 miljard hindoes
zijn in de wereld.
Geloof
Hindoes geloven in Brahman, dat is een goddelijke kracht die in alle
natuurlijke dingen aanwezig is. Omdat Brahman de kern is van alles, verdienen
alle mensen, dieren, planten en andere dingen in de natuur eerbied en respect.
Brahman is onzichtbaar en je kunt er geen afbeelding van maken. Hindoes kennen
wel heel veel verschillende goden. Al deze goden laten een stuk van Brahman
zien.
De drie
belangrijkste goden zijn:
Brahma (niet
te verwarren met Brahman) laat de scheppende kracht van Brahman zien. Brahma is
de god die het heelal heeft geschapen. Hij wordt afgebeeld met vier hoofden die
naar de vier windrichtingen kijken. Zijn vrouw, Saraswati, is de godin van de
kunst en het onderwijs.
Vishnu is de
beschermer van het heelal. Hij is de zonnegod die licht en leven geeft. Vaak
wordt hij afgebeeld op een adelaar of slapend op een reuzenslang. Zijn vrouw is
Lakshmi, de godin van geluk en rijkdom.
Shiva staat
voor de vernietigende kracht van Brahman. Shiva laat alles vergaan, zodat het
vervolgens weer opnieuw kan beginnen. Shiva is dan ook de god van de
wedergeboorte. Hij wordt onder andere
afgebeeld als heer van de dans omringd door een vlammencirkel, die de nooit
eindigende cirkel van de tijd symboliseert. Zijn vrouw is de godin Parvati. Zij
wordt vereerd als vriendelijke en zachte moedergodin.
Heilige
boeken
Hindoes
hebben heel veel verschillende heilige boeken. Het zijn verzamelingen van
gebeden, verhalen en leefregels die steeds zijn doorverteld. De oudste teksten
zijn de Veda’s. Deze zijn 3500 jaar geleden verzameld. Met name de Rig
Veda (lied van de kennis) is bekend en bestaat uit liederen en regels
voor het vereren van de goden. De teksten zijn opgeschreven in het Sanskriet, de
heilige taal van India. Deze taal wordt niet gesproken maar nog wel gelezen en
gebruikt bij gebeden. De Upanishaden gaan
over de relatie tussen een mens en Brahman (de goddelijke kern in ieder mens) .
Deze zijn ongeveer 800 jaar voor onze jaartelling opgeschreven. De Bhagavad Gita en de Ramayana worden ook wel heldengedichten
genoemd. Het zijn avonturen en liefdesverhalen. Ze zijn ongeveer 2000 jaar oud,
maar worden nog vaak gelezen, gespeeld en gedanst, en ook verfilmd.
Samenkomst
Hindoes komen samen in de mandir (tempel). Sommige hindoes gaan daar
dagelijks heen om te bidden en offers te brengen aan de goden. Veel hindoes gaan
naar de mandir op feestdagen, of voor speciale gelegenheden zoals een huwelijk. Voordat
men de mandir ingaat, worden de schoenen uitgedaan. Vaak zet de pandit
(priester) een rode stip (tilaka) op het voorhoofd van de mensen als een teken
van zegen. De mensen nemen bloemen,
fruit of lekkernijen mee om te offeren aan de goden. De pandit legt die
offergaven voor de godenbeelden neer om gezegend te worden. Aan het einde van
een gebedsdienst worden de offergaven verdeeld onder de gelovigen en worden ze
samen opgegeten. Tijdens de gebedsdienst wordt er gebeden en gezongen en voert
de pandit rituelen uit. Veel mensen hebben thuis ook een altaar met
daarop enkele godenbeelden. Hier bidt men ’s ochtends en ’s avonds samen met
de gezinsleden (of soms alleen). Voor de beelden worden bijvoorbeeld bloemen,
wierook, kaarsen, water en fruit neergezet.
Dood
Hindoes
geloven dat mensen een ziel (atman) hebben. Deze atman is een stukje van Brahman
(de kern van alle natuurlijke dingen is een stukje van god). Als mensen
doodgaan, dan blijft de atman bestaan. Hindoes geloven dat je atman, nadat je
bent gestorven, opnieuw geboren wordt in een ander lichaam. Afhankelijk van je
goede en slechte daden in je vorige leven, wordt je nieuwe leven moeilijker of
makkelijker. Als je bijvoorbeeld altijd heel gemeen bent geweest voor dieren,
dan zou je in je nieuwe leven best als een dier geboren kunnen worden. Hindoes
worden gecremeerd, omdat ze geloven dat door verbranding van het dode lichaam de
atman vrij kan komen. Reïncarnatie (opnieuw geboren worden) klinkt misschien
aantrekkelijk, maar hindoes streven ernaar om verlost te worden uit de cirkel
van wedergeboorten. Werken aan die verlossing kunnen ze bijvoorbeeld doen door
zich in hun leven helemaal over te geven aan het aanbidden van een god, maar ook
door het doen van goede daden (en nalaten van slechte daden).
Rituelen, symbolen en gebruiken
Aan
het begin van een puja (eredienst) in de mandir (tempel) wordt er een bel
geluid, om de gelovigen eraan te herinneren dat ze zich moeten concentreren op
de puja en alle verkeerde gedachten moeten verdrijven. Het bellen schudt ook de
goden als het ware wakker uit hun slaap. Meestal wordt er wierook gebrand bij
een puja. De zoete geur herinnert aan Brahmans aanwezigheid. Iedereen ruikt
dezelfde geur en zo ervaart men de eenheid van Brahmans aanwezigheid. Met
brandende wierook wordt er rond de beelden gezwaaid en vervolgens wordt de
wierook in een wierookhouder aan de voet van het beeld gezet. Hindoes maken
graag gebruik van vuur bij een puja. In een vuurbak wordt het vuur ontstoken en
onder het opzeggen van gebeden (mantra`s) worden ondermeer verschillende
kruiden, zaden en rijst geofferd. Het vuur zorgt voor het overbrengen van de
gaven aan de verschillende goden. Het is een soort van doorgeefluik. Tijdens de
puja worden er offergaven zoals fruit, zoetigheden en water bij de godenbeelden
gezet. Deze worden gezegend en na de dienst gezamenlijk opgegeten. Ook worden de
godenbeelden vaak gewassen met water of melk.
Het
Ohm-teken wordt vaak gebruikt als symbool voor het hindoeïsme. Ohm is een
lettergreep van een hele oude taal uit India. Deze taal werkt niet met een
alfabet van losse letters, maar heeft een alfabet van lettergrepen. De
lettergreep ‘ohm’ heeft een hele speciale betekenis gekregen. Ohm wordt
gebruikt als een soort gebed om de goddelijke kracht in jezelf (brahman = atman)
te voelen. De klank van ‘ohm’, als je hem goed opzegt, beweegt zich door je
lichaam. Het begint met een 'A' die komt uit je mond en keel. Dan de 'U'
(uitgesproken als OE) gaat door je borst en de 'M' klinkt door in je maagstreek.
Om goed te leven en zo een beter volgend leven te
krijgen moet een hindoe ondermeer:
·
Goed zorgen voor alles wat
leeft: voor je familie en vrienden, en ook voor de dieren en de
natuur. En ook goed voor jezelf zorgen
natuurlijk.
·
Tevreden zijn met wat je hebt
·
Vriendelijk en geduldig zijn
·
Goed leren en in alles de
waarheid zoeken. Je best doen op school en in je werk.
·
Proberen je geest aan God te
geven
Feesten
Het kleurrijke Holifeest markeert het einde van de winter. Op de avond
voor Holi worden brandstapels gebouwd om de poppen van de kwade heks Holika te
verbranden. De legende vertelt dat Holika haar neef Prahlaad probeerde te doden
omdat hij de god Vishnu vereerde, maar daarbij werd de heks zelf gedood. Met het
verbranden van Holika wordt symbolisch het kwaad verbrand. Tijdens het holifeest
bestrooien de mensen elkaar met gekleurd poeder dat doet denken aan de frisse
kleuren van de lente.
Divali is
ook bekend als het lichtjesfeest. Mensen plaatsen heel veel lichtjes (diya’s)
in en om hun huis. Op deze manier nodigt men de godin Lakshmi uit om het huis te
bezoeken en de bewoners te zegenen. Lakshmi is de godin van geluk, voorspoed en
rijkdom.
Eten
Uit respect voor dieren (die ook een atman (ziel) hebben) eten Hindoes
vaak geen vlees, zodat er voor hun eten geen dier gedood hoeft te worden. Er
zijn ook Hindoes die alleen als zij naar de tempel gaan of als er een religieus
feest is geen vlees eten. Het vlees van koeien wordt het liefst helemaal niet
gegeten. Zeker niet in India, want daar is de koe een heilig dier. De koe is
daar van levensbelang: de koe zorgt voor belangrijke levensmiddelen zoals melk,
yoghurt en kaas. En de koe geeft ook mest, waardoor het land vruchtbaar blijft
en groenten en rijst kunnen groeien. De mest wordt ook als brandstof gebruikt.